Kophalsprothese
Kwestbare ouderenVoor deze heupvervangende operatie wordt vaak gekozen bij kwetsbare ouderen: de prothese zal niet snel slijten en is direct belastbaar. Het is van levensbelang dat ouderen weer snel kunnen lopen en uit bed kunnen komen. Gezien de algehele toestand is er meer kans op bijkomende complicaties.
We streven er naar de patiënt binnen 24 uur en uiterlijk 48 uur te opereren. Vertraging ontstaat vaak door lang doorwerkende bloedverdunners waarop gewacht moet worden of aandoeningen die eerst behandeld dienen te worden voordat de operatie kan plaatsvinden
Een heupfractuur op oudere leeftijd en met name bij kwetsbare ouderen met veel bijkomende ziekten, is een levensbedreigende aandoening: 10-30% van de patient overlijdt in de eerste maand na de operatie, uiteindelijk blijkt 50% overleden te zijn binnen een jaar na de operatie. Dit heeft te maken met de onderliggende ziekten en zwakte van de patient. Vaak zijn deze ook de oorzaak van de val waardoor de breuk gebroken is. In zekere zin is de heupfractuur dus een symptoom van een onderliggend probleem.
Om bovenstaande reden zal voor de opname een uitgebreid gesprek gevoerd worden over het reanimatiebeleid. Op oudere leeftijd (80+) heeft reanimeren geen zin meer; patienten komen vaak zwaar beschadigd uit een reanimatie. Uiteraard krijgt de patient wel alle zorg en medicatie die hij/zij nodig heeft rondom de operatie en zal maximaal behandeld worden.
De operatie duurt ongeveer een uur. De opnameduur hangt af van het herstel maar ook van de beschikbaarheid van een revalidatie- of verpleeghuisplek. Vaak zal de ouderengeneeskundige (geriater) ook betrokken zijn bij de opname om problemen als delier of infecties voortijdig te herkennen en te voorkomen.
Complicaties
De kans op complicaties van de operatie zelf is klein (<5%) maar kunnen helaas wel voorkomen:
- longembolieën
- infecties met een geïnfecteerde heup tot gevolg
- heup uit de kom
- nabloedingen
- stijfheidsklachten
- pijnklachten
- overlijden in de weken na de operatie
De grootste kans op problemen bij kwetsbare ouderen zit dus in de maanden na de operatie. Deze hebben veelal te maken met de onderliggende ziekte(n) waardoor de patiënt in de eerste plaats gevallen is
Nabehandeling operatie
Direct na de operatie wordt een controle röntgenfoto gemaakt: als deze geen problemen laat zien, worden in principe geen foto's meer gemaakt aangezien de prothese stevig vast zit met cement en niet verder zal verplaatsen.
Eenmaal op de afdeling zal de dag na de operatie gestart worden met fysiotherapie en zal geprobeerd worden om voorzichtig uit bed te komen. Dit moet complicaties als longontstekingen en doorligplekken voorkomen. Ook zal het natraject ingezet gaan worden; een speciale transferverpleegkundige zal na informatie van de geriater, chirurg en fysiotherapeut gericht gaan zoeken naar een (tijdelijke?) plek gaan zoeken waar de patient kan herstellen.
Patienten hebben 5 weken antitrombose medicatie nodig om longembolieën te voorkomen. Wanneer een patient reeds bij de trombosedienst liep (acenocoumerol of marcoumar) of een nieuwere generatie bloedverdunners (NOAC/ DOAC) gebruikte, hoeft dit niet.
Poliklinische controle geschiedt alleen op indicatie om onnodige bezoeken voor de patiënt te voorkomen. Verpleegartsen en revalidatieartsen weten wanneer ze een patiënt eventueel moeten insturen.